Wil jij een ex-roker of een niet-roker zijn?
Een tijd geleden zat Sten naast mij in de auto. We rijden weg van mijn woning in Amsterdam richting Haarlem. Sten is een goede vriend van me. Hij is een leuke peer en super intelligent. Spreekt vloeiend 7 verschillende talen en als hij een nieuwe taal hoort, dan maakt hij zich dat heel snel eigen. Sten is ook super gezellig. Zijn bijnaam in onze vriendenkring is niet voor niets rosé-met-ijs…
We rijden langs een ING hoofdkantoor dat bij mij om de hoek staat. Ik rijd al 17 jaar lang, tientallen keren per week langs dat hoofdkantoor. Oerlelijk.
Nu zijn kantoren meestal niet mooi, maar van de lelijke kantoren is dit wel het lelijkste dat ik ken. Samen met het Albert Heijn hoofdkantoor in Zaandam, dat is ook zo oerlelijk en heeft dezelfde buitenkant.
Sten zegt: “Kijk Mars, rokers!”
Ik kijk en zie 2 personeelsleden buiten bij de ingang hun nicotinemonster voeden, zodat het lekker sterk blijft en kan blijven roepen om nieuwe nicotine.
Apart. Hij ziet ze meteen. Ik zie ze voor het eerst. En het gekke is, dat ik vanaf die dag elke keer rokers zie bij dat gebouw.
Sten is een ex-roker.
Een jaar daarvoor is hij gestopt met roken op eigen kracht. Dat lukt maar bij 3 procent van de pogingen. Maar Sten is geslaagd. Hij rookt nu al een jaar niet meer. Maar hij is geen niet-roker. Hij is nu een ex-roker.
Een niet-roker heeft geen enkele gedachte of behoefte aan een sigaret. Een ex-roker is er altijd mee bezig (in het hoofd). Een ex-roker ziet overal rokers staan. Asbakken. Rookpalen. Rookhokken. Tabakswinkels. Sigaretten achter de counter. Mensen die “gezellig” een sigaretje roken.
Sten heeft een app op zijn telefoon. Die houdt nu al een jaar lang bij hoe goed het gaat. Al 7.120 sigaretten niet meer gerookt. Al 3.560 euro bespaart. De stand na een jaar. Hij kijkt regelmatig op die app. En als hij met vrienden is, die hij niet zo vaak ziet, dan begint hij er meteen over…. Hij is een ex-roker. In zijn hoofd is hij nog altijd met de sigaret bezig.
Jammer. Het kan ook anders. Je kunt ook een niet-roker zijn. Die heeft geen gedachte en behoefte aan een sigaret. De kans dat een niet-roker weer met roken begint, is veel kleiner dan de kans dat een ex-roker met roken begint.
En daarom maak ik van rokers niet-rokers.
Ik vertel hun onbewuste precies wat ik verwacht. En het onbewuste voert dat uit. Geen enkele gedachte of behoefte meer aan een sigaret. Dan ben jij een niet-roker. Waardoor de strijd die Sten een jaar lang heeft gestreden, niet nodig is. Want hoe gemakkelijk is het dan om niet meer te roken? Inderdaad.
Quote van een oud deelnemer:
“Het is gewoon irritant om erachter te komen hoe gemakkelijk je een niet-roker kunt zijn”.
Dus waar kies jij voor? De ex-roker of de niet-roker?