Heen en weer

Gisteren heb ik even de fiets gepakt. Even eruit. Even in de zon. Een tochtje van een uurtje. Heerlijk. Ik reed naar het Centraal Station.
Door de fietstunnel naar het IJ.
En dan even het pontje nemen naar Noord. De pont gaat dag en nacht.

Heen en weer gaat de pont.

Elke 15 minuten vertrekt er eentje naar de overkant en komt ie weer terug op exact hetzelfde punt waar het een kwartier daarvoor vertrok. Niets opgeschoten. Verschillende ponten naar verschillende overkanten. Heen en weer. Elke keer weer terug naar waar je al was. Heen en weer.

Ik hou daar niet zo van. Heen en weer.
Ik vind heen en weer een beetje saai. Ik hou van afwisseling. Ik ga ook nooit ergens een 2e keer naar toe op vakantie. Ik wil dan weer wat anders zien.

Rokers houden er wel van. Van heen en weer. Die zouden net zo goed die pontkapitein kunnen zijn. Heen en weer. Elke keer hetzelfde stukkie. Elke keer weer terug bij af. Want rokers gaan ook meestal op en neer.

 

Als ze stoppen.

Als ze het weer eens proberen. Dan gaan ze op…. en een paar dagen later weer neer…. Om daarna weer een keertje op te gaan… en een paar dagen of weken weer neer…. Elke keer weer terug naar dat rokertje.

Elke keer weer hetzelfde stukkie. Elke keer weer door die ellende heen. Elke keer weer net effe te vroeg stoppen met de poging om eindelijk verlost te zijn van die dwang van de sigaret. Om elke keer weer door die hel te moeten gaan.

Wat doen ze zichzelf aan.

Want je kunt ook net als ik het pontje opgaan en aan de andere kant eraf. Om een rondje te fietsen. Andere dingen te zien. Nieuwe mogelijkheden te ervaren. Om ergens anders een heel ander pontje terug naar huis te nemen. Alleen maar op. Nooit meer neer. Vol energie thuis komen.

Om aan te komen op je bestemming. Om een niet-roker te zijn. Zonder terugval. Want je bent niet op en neer gegaan, maar je bent doorgereden. Nu wel. Recht op je doel af.

Wanneer besluit jij dat je niet meer neer wilt gaan?